Wet bereikbaarheid en mobiliteit
Artikel 20
1
Deze paragraaf is slechts van toepassing op het passeren van de betaalpoorten die voor dat tarief zijn aangewezen op:
a
de A1 tussen de eerste toerit na afrit 5 (Naarden) en knooppunt Watergraafsmeer in beide richtingen;
b
de A4 tussen het knooppunt Kethelplein en het knooppunt Benelux in beide richtingen;
c
de A12 tussen knooppunt Oudenrijn en de aansluiting met de N11 bij Bodegraven in beide richtingen;
d
de A16 tussen de eerste toerit na afrit 20 (Randweg Dordrecht) en knooppunt Klaverpolder in beide richtingen, en
e
de A5 (Verlengde Westrandweg) in beide richtingen.
2
Artikel 1, onderdeel e, en artikel 14, tweede lid, zijn niet van toepassing op de Verlengde Westrandweg, bedoeld in het eerste lid, onderdeel e.
3
In de periode tot een half jaar nadat het verslag, bedoeld in artikel 40, eerste lid, aan de beide kamers der Staten-Generaal is toegezonden, kan slechts voor twee van de in het eerste lid bedoelde wegvakken een plaats voor een betaalpoort voor het expresbaantarief worden aangewezen.
4
Voorafgaand aan een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid, zendt Onze Minister aan de beide kamers der Staten-Generaal een beschrijving van de kwantitatieve en kwalitatieve resultaten die op het desbetreffende wegvak tenminste behaald moeten worden. De beschrijving heeft in elk geval betrekking op de onderwerpen, omschreven in artikel 40, tweede lid.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.